Hoe meer we te weten komen van dyslexie, ADHD en autisme, hoe meer we moeten toegeven dat het standaard brein niet bestaat. Zoals we biodiversiteit, culturele en raciale diversiteit hebben, zo is er ook sprake van neurodiversiteit. Diversiteit in breinen is net zo verrijkend als biodiversiteit en is waarschijnlijk van cruciaal belang voor het overleven van de mens als soort. (Armstrong, 2010)
Er is geen standaarddier, geen standaardbloem en ook geen standaardmens en zeker geen standaardbrein. Het nieuwe terrein van neurodiversiteit biedt enorme kansen! Labels worden nu vaak uitgelegd als ‘stoornis’. Er is iets mis met je. Er wordt benadrukt waar je niet goed in bent. We hebben een one-size-fits-all schoolsysteem en daar past dus duidelijk niet iedereen in. De kans in neurodiversiteit is dat we labels niet meer zien als stoornissen, maar als breinen die uitdagingen hebben én specifieke vaardigheden. Dat iedereen anders is en dat is belangrijk. We hebben aanvullende vaardigheden nodig zoals professor Armstrong, dr Helen Taylor en vele meer aantonen in hun hoogwaardige onderzoeken. Hierdoor voelen mensen met een label zich niet meer minderwaardig. Dit probleem is vaak vele malen groter dan hun uitdagingen.
Neurodiversiteit is niet alleen op school belangrijk. Het biedt op de werkvloer ook grote kansen. In een team heb je verschillende kwaliteiten nodig om vooruit te komen. Het omarmen van neurodiversiteit geeft hier gehoor aan.
In het onderstaande overzicht is te zien dat er vaak overlap is labels. Zo weet men dat de kenmerken van dyslexie en ADHD vaak samengaan. Ook is er niet één vorm van dyslexie, bij iedereen zijn de karakteristieken weer net anders.