Wat als je je als ouder van een dyslectisch kind in groep 7 of 8 zorgen maakt over het middelbare schooladvies. Of wanneer je het niet eens bent met het schooladvies die de basisschool heeft gegeven? Je bent bang dat de potentie van je kind niet wordt gezien en niet de kans krijgt om te groeien. Of je wil juist niet dat je kind op z’n tenen moet lopen.
In dit stuk bieden we zowel ouders als leerkrachten wat inzichten waardoor het bepalen van het niveau wellicht gemakkelijker én passender wordt.
HET PROBLEEM
Veel dyslectische 7e en 8e groepers hebben een groot verschil tussen hun scores bij de toetsen die de leerkrachten helpen om te bepalen naar welk niveau de kinderen kunnen doorstromen naar het VO. Zo zien we vaak dat het onderdeel van de toetsen waar de leerlingen moeten spellen en lezen, zwak tot zeer zwak zijn. Terwijl regelmatig voor de studievaardigheden of woordenschat, begrijpend lezen/luisteren weer (boven) gemiddeld wordt gescoord. En soms zijn er lagere scores op de rekentoetsen die tegenwoordig vaak best talig zijn.
Een groot dilemma voor ouders en de leerkrachten. De ouders zien een intelligent kind thuis, maar wil het kind ook niet te hoog inschatten zodat het op haar of zijn tenen moet lopen. Leerkrachten willen het kind beschermen en het niet te hoog inschatten ondanks dat ze zien dat het kind intelligent is. Want, wordt er vaak gezegd, spellen en lezen zijn belangrijk op de middelbare school.
ONS ADVIES EN ERVARING
We begrijpen het dilemma en zien de worsteling bij/tussen leerkrachten en ouders. Ons advies is niet eenduidig of voor ieder kind gelijk. Het lastige is dat alle dyslectische kinderen anders zijn. Daarom zouden we alleen op basis van meer informatie kunnen adviseren.
Maar er zijn een aantal onderdelen waar we wel ons licht over kunnen laten schijnen. Onze ervaring is dat dyslectische kinderen te vaak te laag worden ingeschat. We horen heel vaak dat de schoolcarrière van (jong)volwassen dyslecten bestond uit stapelen. Van VMBO door naar Havo, naar HBO naar Universiteit zelfs. We horen in die verhalen terug dat ze VMBO misschien wel moeilijker vonden dan VWO. En dat is ook wetenschappelijk te verklaren. Zoals neuro-wetenschapper Brock Eide aangaf is het brein van een dyslectisch persoon o.a. vaak beter in het zien van verbanden dan in het onthouden van feitelijkheden en losse informatie waar waar geen direct verband aan vast te knopen is. Het ‘stomweg’ uit je hoofd leren is dus wellicht moeilijker dan het zien van ingewikkelde verbanden. Dit is het verschil tussen VMBO en Havo/VWO. Een belangrijk nieuw inzicht. Als we zien dat leerkrachten aangeven dat Havo misschien wel een te grote uitdaging is, waar hebben ze het dan precies over? Qua snelheid van de lesstof of qua niveau? Want een Havo gaat sneller door de stof heen en dat kan ervoor zorgen dat dyslectische leerlingen er hard voor moeten werken. Maar dat moeten ze ook voor het stampen van de stof op VMBO niveau.
Spelling
Op het PO is spelling een groot onderdeel van de leerstof. Naast leren lezen en rekenen. Op de VO is dit onderdeel een klein deel van de leerstof. Middelbare scholen hebben rekening te houden met het feit dat ze dyslectische leerlingen hebben en zullen in toetsen waar spelling geen rol speelt, de spellingsfouten niet als fout rekenen.
De leerling is dyslectisch en heeft op alle niveau’s bij spelling een uitdaging. Spelling is niet makkelijker op VMBO dan op VWO. Het zijn regels die gelden op ieder niveau.
Ga dus vooral uit van de intelligentie en de studievaardigheden van de leerling. Maar ook de interesse en bereidheid om te leren zijn belangrijker dan de spellingvaardigheden. Uiteraard vinden wij het wel belangrijk dat de leerlingen zich blijven inzetten om hun spellingsvaardigheid te verbeteren. Er is wetenschappelijk aangetoond dat spellingchecker’s die direct feedback geven over fouten ook een lerende werking hebben.
Het aantal woordjes uit je hoofd leren is misschien wel forser op een ‘hoger’ niveau in het VO. Maar ook daar zijn mogelijkheden voor te bedenken! Zoals een toets door tweeën delen en in tweeën afnemen. Dit is wel sterk afhankelijk van de bereidheid van de docent en het (wel of niet flexibele) leersysteem van de school. Overleg met de docent is daarin cruciaal. Weten hoe je het liefst leert als dyslectische leerling ook!
Begrijpend lezen en AVI lezen
Er wordt regelmatig zorgen gemaakt over het vloeiend lezen van de dyslectische leerling in groep 8. De AVI is misschien nog niet helemaal op niveau en het begrijpend lezen is een zeer belangrijk vaardigheid op de middelbare school. Om tekstbegrip voor dyslectische leerlingen echt meetbaar te maken zou een Begrijpend Luisteren toets afgenomen dienen te worden. Deze CITO toets is voor alle PO scholen beschikbaar. Hierin laten deze leerlingen vaak een enorm verschil zien. Ook al blijft multiple choice nog wel een uitdaging.
Bij het AVI lezen is snelheid een belangrijke pijler of je door mag naar het volgende AVI niveau. Zoals iedereen weet zijn dyslecten niet de snelste lezers. Er moet worden afgevraagd of de snelheid van je lezen het niveau van je middelbare school moet bepalen? Is het niet belangrijker om te kijken naar de bereidheid om te leren? Of de studievaardigheden? Want de snelheid wordt op de middelbare school niet meer gemeten en ze hebben recht op extra tijd tijdens de toetsen. Ook staat het vast dat dyslectische leerlingen in de jaren die volgen na de lagere school steeds meer in snelheid winnen met lezen. Misschien zal het nooit zo snel worden als een niet-dyslectische leerling maar voor de meesten belemmert het niet zodanig dat het het niveau van onderwijs bepaald.
Begrijpend lezen is daadwerkelijk een essentieel onderdeel van de vaardigheden die op de middelbare school een rol speelt. Scoort de leerling ook bij de Begrijpend Lluister toets zwak, dan is dat in onze visie wel iets om goed te analyseren. Sowieso is het analyseren van de scores van dyslectische kinderen een belangrijk onderwerp. Hoe kan je de CITO scoren goed analyseren als de leerkrachten te weinig en achterhaalde kennis hebben gekregen over het onderwerp ‘dyslexie’ op hun opleiding? Wij doen er alles aan om de nieuwe kennis over het brede beeld van dyslexie te delen. Als ouders zou het heel goed zijn ook deze kennis tot je te nemen, om zo je kind (nog) beter te kunnen begeleiden en de passende middelbare school te kiezen.
Rekenen
Rekentoetsen geven onvoldoende inzicht in hoe goed een dyslect is in wiskunde. Ook dit hebben we keer op keer voorbij zien komen. Rekenen kan voor deze leerlingen enorm lastig zijn, terwijl wiskunde voor hun heel logisch is. Dit is lastig om te bepalen voor een leerkracht. Kan een zwakke, dyslectische rekenaar een goede wiskunde knobbel hebben? Ja. Het aanbieden van meer wiskunde-achtige opgaves met minder tekst kan je als docent doen verrassen. Zo zien wij veel dyslectische leerlingen die het rekenen in de ‘plus’ klassen beter doen dan de standaard rekenboekjes.
Werkhouding
Stel je voor je moet elke dag naar je werk om te doen wat je juist zo moeilijk vindt. Elke dag, jaren lang? Hoe zou je je voelen? Onzeker? Bang om fouten te maken?
Een goede manier om uit te drukken hoe deze leerlingen zich jarenlang voelen.
Wij komen vaak tegen dat de werkhouding van de dyslectische leerling onder de maat is. Ze werken niet mee, hebben er geen zin in en haken snel af. Maar als ze dingen doen die ze leuk of interessant vinden, dan hebben ze nergens problemen mee en lezen ze er ‘zelfs’ een boek over. De werkhouding van een dyslectisch kind dat al jaren moet doen waar het de grootste moeite mee heeft, kan wel eens tegen vallen. Zeker niet bij allemaal. Maar heel logischerwijs wel bij een behoorlijk aantal. Door te kijken naar hun bereidheid om te leren (op hun manier) en hoe ze die stof in zich opnemen, krijg je een beter beeld van hun werkhouding, dan tijdens taken die ze heel erg moeilijk vinden. Het is toch ook niet verwonderlijk dat ze het lastig vinden om bij de les te blijven? Ze zijn topsport aan het beoefenen op een onderdeel waar ze slecht in zijn. Wat knap!
Samenwerken als team
Wij stimuleren samenwerken met de leerkrachten. Samen hebben jullie namelijk hetzelfde doel; De leerling met plezier laten leren om zo het beste uit hem of haar te halen.
Hoe je dat gaat bereiken ligt soms ook ver uit elkaar en wordt gezien vanaf een andere positie. Maar wij hopen met de juiste kennis, constructieve gesprekken en de bereidheid om naar elkaar te luisteren, dat daar dan echt het beste voor het kind uit komt!