Er is veel discussie over de grote stijging van het aantal dyslectische leerlingen, vooral in het voortgezet onderwijs. In het basisonderwijs worden de meeste kinderen met ernstig, enkelvoudige dyslexie (EED) vaak al ‘gespot’. Dit is 3,6% van alle leerlingen. Afgerond 7.200 kinderen per jaargroep van 200.000 leerlingen (aldus stichting Dyslexie Nederland). De EED leerlingen krijgen een vergoed behandeltraject aangeboden. Leerlingen die hier buiten vallen hebben baat bij een dyslexie behandeltraject maar moeten die zelf betalen.
In het voortgezet onderwijs komen daar veel gediagnostiseerde leerlingen bij. In het gehele voortgezet onderwijs (VMBO, Havo en VWO) heeft 13% van de leerlingen een dyslexie verklaring. Dit zijn dus niet alleen de EED leerlingen maar ook de leerlingen met een lichte vorm van dyslexie. Daarbij zijn de regels rondom het verkrijgen van een dyslexie verklaring totaal anders dan het verkrijgen van vergoede dyslexie-behandeling. Zo vermeldt het wetsartikel 55 van het Eindexamenbesluit VO nog altijd dat voor het verkrijgen van eindexamenfaciliteiten niet meer nodig is dan “een deskundigenverklaring die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld”. Op grond waarvan iemand ter zake deskundig is, wordt open gelaten. Hier wordt dan ook gretig gebruik gemaakt. Maar onderzoek in het buitenland wijst ook uit dat ongeveer 10% van de bevolking dyslectisch is, in meer en mindere mate.